Menu
Reliability-centred Maintenance II (RCM2)

Reliability-centred Maintenance II (RCM2): de unieke methode voor het bepalen van het veilige minimum aan onderhoudstaken.

Reliability-centred Maintenance II (RCM2) is beschikbaar sinds 1986 en is ontwikkeld door Moubray, de oprichter van het Aladon Network. RCM2 staat voor de wijze van toepassen van RCM en voor het complete aanbod van opleidingen en diensten gericht op het zo effectief mogelijk overdragen van de kennis en vaardigheden vereist om de kracht van RCM te benutten.

RCM2 is de eerste algemeen toegankelijke manier van toepassen van RCM. RCM2 is de succesvolste en op dit moment de meest toegepaste wijze om de betrouwbaarheid van technische bedrijfsmiddelen te verbeteren. Inmiddels hebben wereldwijd meer dan 55.000. mensen de RCM2 Basiscursus gevolgd, waarvan meer dan 2000 in Nederland, bij deze cursus verzorgd door Operational Excellence Transfer.

“RCM2 is een methode om te bepalen wat er moet gebeuren om er voor te zorgen dat een technisch systeem bij voortduring doet wat de gebruikers willen dat het doet in zijn huidige bedrijfsverband.”

RCM2 doorloopt daarvoor 7 stappen:

  1. Wat willen de gebruikers dat het systeem doet (functies)?
  2. Op welke manieren kan het systeem falen (functionele storingen)?
  3. Wat zijn de mogelijke oorzaken voor het falen van het systeem (storingsvormen)?
  4. Wat gebeurt er wanneer zo´n storing optreedt (storingseffecten)?
  5. In welke zin is die storing van belang (storingsgevolgen)?
  6. Hoe kunnen we die storing voorspellen of voorkomen?
  7. Wat doen we als we die storing niet kunnen voorspellen of voorkomen?

Hieronder wordt kort uiteen gezet waarom elke stap zo belangrijk is. U zult zien dat de 7 stappen helpen om de betrouwbaarheidsstrategie compleet te krijgen én om de juiste strategieën te kiezen.

 

1 Functies -Wat willen gebruikers dat het systeem doet?

Met de functies wordt beschreven wat de gebruiker wil dat het systeem doet. Dit is misschien wel de meest onderschatte stap in het gehele RCM-proces en het wordt ook vaak als lastig ervaren. In onze ervaring levert het vaststellen van de functies nu juist het meeste op. Zeker bij bedrijven die het laag hangende fruit op het gebied van betrouwbaarheid al hebben geplukt. In deze stap wordt het onderscheid gemaakt tussen het klassieke “in stand houden” en het onderhouden van functies. Zo wordt de acceptabele marge van achteruitgang bepaald die noodzakelijk is om het systeem te kunnen onderhouden. Het gaat er niet om wat het systeem kan, maar wat de gebruiker nodig heeft voor een succesvolle bedrijfsvoering. In deze stap wordt ook het onderscheid gemaakt tussen redundante systemen en hoofdsystemen en worden beveiligingsystemen apart benoemd. Dit onderscheid is essentieel om effectief en verantwoordelijk onderhoud uit te kunnen voeren. Als de functies van een systeem zijn vastgelegd zijn de doelstellingen van een onderhoudsafdeling bepaald: het doen voortduren van die functies. Pas dan kan een onderhoudsafdeling het goed doen.

 

2 Functionele storingen – Op welke manieren kan het systeem falen?

Als duidelijk is wat de gebruiker wil dat het systeem doet, kan worden beschreven wat wordt verstaan onder falen. Stap 2 is snel gedaan en bestaat uit het opschrijven van het tegenovergestelde van de functies. De lijst met functionele storingen is een zeer krachtig hulpmiddel om storingsoorzaken op te sporen. Het helpt om het systeem met een frisse kijk in zijn geheel te onderzoeken. Deze stap helpt om niet alleen de techniek maar zeker ook het gebruik en het onderhoud te onderzoeken op storingsoorzaken. Met dit hulpmiddel is het mogelijk vooraf – proactief – storingsoorzaken op te sporen, niet pas als het al is misgegaan. Daarom is RCM ook bij uitstek geschikt om nieuwe systemen met een vliegende start op het gebied van betrouwbaarheid in te zetten.

 

3 Storingsoorzaken – Wat is de oorzaak voor het falen van het systeem?

Storingsoorzaken zijn de gebeurtenissen waardoor het systeem in een functionele storing terecht komt. Dit zijn de redenen dat het systeem niet doet wat de gebruiker wil dat het doet. Elke betrouwbaarheidsstrategie is gericht op het voorkomen van de gevolgen van deze storingen. Soms door het voorkomen van de storing zelf, soms door op de juiste wijze om te gaan met de gevolgen van een storing. Pas als de lijst met storingsoorzaken compleet is kan er een complete betrouwbaarheidstrategie worden bepaald. Pas als duidelijk is wat de oorzaak is, is het mogelijk om de juiste strategie te kiezen. Stap 2, de lijst met functionele storingen, helpt om de lijst met storingsvormen voldoende compleet te krijgen (dus ook weer niet te lang). Een ander aspect is het detailniveau van de storingsoorzaken. Het detailniveau wordt zodanig bepaald dat het mogelijk is een effectieve strategie te bepalen.

 

4 Storingseffecten – Wat gebeurt er wanneer die storing optreedt?

In de storingseffecten wordt beschreven wat er gebeurt als een storing optreedt en wat er moet worden gedaan om de storing te verhelpen. Dit levert de informatie om de storingsgevolgen (zie stap 5) te kunnen beoordelen en om te bepalen of een strategie geschikt is in de strijd tegen de storing. Hierover in stap 5, 6 en 7 meer.

 

5 Storingsgevolgen – In welke zin is die storing van belang?

Het belang van een storing bepaalt de mate waarin wordt geprobeerd de gevolgen te beperken of te voorkomen. Het beoordelen van de storingsgevolgen kost net als stap 2, het bepalen van de functionele storingen, weinig tijd. Het is wel vaak lastiger dan het lijkt. De criteria voor de selectie van een strategie, zoals beschreven in het RCM2-beslissingsdiagram zijn afhankelijk zijn van de categorie van het storingsgevolg.

Hoe gaat dit in zijn werk? De informatie uit stap 4 wordt gebruikt om de gevolgen van de storingsoorzaken in te delen in één van de vier categorieën: Heimelijk, Veiligheid of Milieu, Bedrijfsmatig of Niet-Bedrijfsmatig. Elk storingsgevolg is in één van deze categorieën in te delen.

Een verschil in de selectiecriteria is bijvoorbeeld dat een functietest alleen in aanmerking komt bij een heimelijke storing. Dat de beoordeling of een taak wel of niet oplevert (de moeite waard is) bij een heimelijke storing samenhangt met de gevolgen van de meervoudige storing.  Bij veiligheid en milieu samen hangt met het nog aanvaardbare risico en bij bedrijfsmatige gevolgen is een taak de moeite waard als de kosten met taak lager zijn dan de kosten zonder taak.

 

6. Proactief onderhoud – Hoe kunnen we die storing voorspellen of voorkomen?

Pas na het doorlopen van de eerste 5 stappen is alle informatie verzameld om in stap 6 en 7 een geschikte strategie te kiezen. Voor elke storingsoorzaak zal worden afgewogen of het oplevert om er een strategie voor te implementeren. De lijst met storingsoorzaken is compleet (Stappen 1 t/m 3), er is opgeschreven wat er gebeurt als de storing optreedt (4), de strategieselectiecriteria liggen vast (5) en welke waarschuwingen er zijn voordat een storing plaatsvindt of hoe een storing zich kenbaar maakt is beschreven (4).  In stap 6 wordt dan de eerste groep strategieën onderzocht. Dit is de categorie van toestandsafhankelijk onderhoud, periodieke vervanging en periodieke revisie. De selectie berust op de beoordeling van de RCM2-aspecten “technische haalbaarheid” en “de moeite waard”. Dat betekent dat de taak fysisch in staat geacht moet worden te doen wat er van verwacht wordt en dat de uitvoer van de taak gerechtvaardigd is met de toegevoegde economische waarde voor de organisatie of reductie van risico op het gebied van veiligheid of milieu.

 

7. Terugvalacties – En wat blijft er voor ons over indien we die storing niet kunnen voorspellen of voorkomen?

In deze stap wordt beoordeeld of er misschien nog andere strategieën in aanmerking komen: functietesten (storingsdetectie), opleiding en procedures voor productie of onderhoud en technische wijzigingen.

RCM2 onderzoekt eerst of er een geschikte periodieke taak gevonden kan worden (6) voordat wordt gedacht aan een technische wijziging. Dat is omdat een technische wijziging in de regel meer tijd kost dan het implementeren van een onderhoudstaak en het vrijwel altijd loont de onderhoudstaak uit te voeren totdat de wijziging is gerealiseerd. Daarnaast is het maar de vraag of een herontwerp de beoogde voordelen zal leveren en hoogst waarschijnlijk weer nieuwe ongeanticipeerde storingsvormen zal introduceren.

Het kan zijn dat er een proactieve taak vastgesteld is in stap 6 en dat het oplevert om ook een terugvalactie te implementeren. Omdat overzicht is verkregen over het gehele systeem en omdat elke storingsvorm wordt behandeld, kan in deze stap een schat aan goede en slimme ideeën verzameld worden, beoordeeld en vastgelegd. Betrouwbaarheid is ten slotte het resultaat van engineering, bediening en onderhoud. Vrijwel altijd kan er grote winst behaald worden door het wijzigen van procedures, het uitbreiden van kennis of het aanpassen van het ontwerp.

Het kan ook zo zijn dat er geen proactieve of detectieve onderhoudstaak gevonden is en dat het risico dat samenhangt met de storingsoorzaak niet acceptabel is. Op dat moment is vastgesteld dat het risico niet beheerst kan worden met onderhoud. Dankzij RCM2 kan er dan terecht een probleem geëscaleerd worden naar bijvoorbeeld productie of engineering. Bijna altijd zijn er ideeën voor een oplossing en kan er in de RCM2-analyse een onderbouwde aanbeveling gedaan worden dit verder uit te werken.

 

Door de 7 stappen van RCM worden vrijwel alle storingsvormen gevonden en alle mogelijke onderhoudsstrategieën beoordeeld. Dat heeft als grote voordeel dat als een taak níét is gevonden deze dus geen onderbouwing kent en daarom geschrapt mag worden. Een complete toepassing van RCM2 bepaalt zo wat wél maar ook wat níét gedaan moet worden. Dat is goud waard: het verlaagt de onderhoudskosten en verhoogt de betrouwbaarheid omdat de kans op kinderziektes afneemt.

banner10

Wij helpen u om de kracht van RCM2 benutten om zo de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, kwaliteit, klanttevredenheid en kosteneffectiviteit te vergroten binnen de randvoorwaarden van veiligheid en milieu-integriteit.

RCM3 is de volgende generatie RCM

De ervaring die 30 jaar lang wereldwijd is opgedaan met de toepassing van RCM2 en de constatering dat de wereld van onderhoud blijft veranderen door nieuwe technieken, heeft geleid tot het ontwikkelen van een op risico-gebaseerde benadering; Reliability Centered Maintenance 3. RCM3 is de volgende generatie RCM en gaat verder dan het robuuste en grondige denkproces van de RCM2-methode.

RCM3 brengt risicobeheersmaatregelen en betrouwbaarheidsstrategiën voor fysieke assets in lijn met de (asset-) managementstrategie zoals deze bepaald is volgens de internationale norm voor Asset Management ISO 55000. RCM3 voldoet aan de eisen gesteld in de SAE-norm JA1011 voor RCM en volgt daarbij het risicomanagement-proces zoals beschreven in de internationale standaard voor risicomanagement ISO 31000.

>Lees meer over RCM3